Minor Kind en Jeugd
De zorg voor kinderen en jeugdigen is veelomvattend. Het is breed door de complexiteit, verschillende ontwikkelingsfasen, het systeem er omheen en de holistische benadering. Daarnaast verschuift de zorg van het ziekenhuis naar de transmurale zorg en is er ook steeds meer aandacht voor ontwikkelingsstoornissen, beperkingen en het psychische welzijn van kinderen en jeugdigen. In de leeftijdscategorie 0 t/m 18 jaar spelen veel thema’s een rol welke aan bod komen in de minor. De minor Kind en Jeugd geeft verbredende en verdiepende kennis over het vakgebied.
Gedurende de minor Kind en Jeugd staat de verdieping in de ontwikkelings- en leeftijdsfasen van het kind van 0-18 jaar centraal staan. En is er aandacht voor rol van de verpleegkundige, samenwerking met het kind en de ouders en de multidisciplinair samenwerking. Diverse actuele en maatschappelijke thema’s en ethische dillema’s met betrekking tot de kinder- en jeugdzorg worden aangehaald.
Per week staan een ontwikkelingsfase en thema centraal en zal naast de normale ontwikkeling ook de problematiek ten gevolge van een afwijkende ontwikkeling of ziektebeeld aanbod komen. Tijdens hoor- en gastcolleges, door o.a. docenten uit het werkveld, wordt ingegaan op verschillende ziektebeelden, behandelingen en therapieën met betrekking tot de kinder- en jeugdzorg. Tevens zullen er excursies worden georganiseerd naar interessante instellingen of organisaties. Er wordt een brede oriëntatie gegeven op de verschillende werkvelden in de kinder- en jeugdverpleegkundige zorg.
Het onderwijs is deels studentgestuurd, waarbij je als student in tweetallen verdieping zoekt op basis van de hoor- en gastcolleges, excursies en eventuele documentaires. Deze kennis ga je in tweetallen overdragen aan de rest van de groep. Naast de colleges vinden er ook vaardigheidslessen plaats om de gesprekstechnieken te trainen in de communicatie met de ouders en het kind. Verder worden er projectlessen gegeven ter ondersteuning van het maken van het project.
Leerdoelen
Portfolio
De student
1. past individueel verschillende verpleegkundige modellen toe in een zorgplan van een zelf ontworpen casus, waarbij specifiek aandacht is voor zelfmanagement, gezondheidsproblematiek en gezonde leefstijl.
2. toont in het zorgplan aan rekening te houden met de autonomie van het kind en de ouders en verantwoordt hierin de culturele sensitiviteit en brengt gezinssystemen in kaart.
3. beschrijft de communicatieve vaardigheden binnen het zorgplan van de zelf ontworpen casus, waarbij zij op basis van Shared Decision Making voor een optimale informatie-uitwisseling zorgt en hierin de nieuwste informatie- en communicatietechnologieën toepast om aan te sluiten op de wensen en behoeften van het kind en de ouders.
4. kan weergeven op welke wijze de multidisciplinaire samenwerking en continuïteit van zorg gerealiseerd wordt m.b.t. de zorg- en behandeldoelen binnen het zorgplan, waarbij er specifieke aandacht is voor de verpleegkundige rol.
5. stelt de eigen visie op de kinderverpleegkundige beroepspraktijk samen op basis van de opgedane kennis, waarbij rekening gehouden wordt met ouderparticipatie, ontwikkelingsfase van het kind, onderwijs, morele sensitiviteit, continuiteit en de pedagogische visie.
6. onderscheidt voor- en tegenargumenten, wetgeving/literatuur en eigen mening in een ethisch vraagstuk in de kind- en jeugdzorg.
7. bevordert in tweetallen de eigen deskundigheid en die van medestudenten op het gebied van een kinderverpleegkundig actueel en relevant thema door middel van een deskundigheidsbevorderingsplan en -les.
8. verantwoordt in een mondeling assessment de samenhang tussen de opgedane kennis, de casus en gekozen verpleegkundige diagnosen, -interventies en multidisciplinaire samenwerking, welke in het zorgplan beschreven zijn.
9. reflecteert schriftelijk op de eigen ervaringen met betrekking tot relevante beroepsactiviteiten waarbij het eigen denken, voelen en handelen benadrukt wordt.
Project
De student:
1. synthetiseert een probleem met betrekking tot de kwaliteit en continuïteit van zorg binnen de kinder- en jeugdverpleegkunde en doorloopt vervolgens de stappen van het gebruik van wetenschappelijk onderzoek (literatuuronderzoek) en trekt op basis van de resultaten een conclusie (MAZ).
2. doet aanbevelingen op basis van wetenschappelijke- en vakliteratuur welke aansluiten op het digitaal product.
3. ontwerpt op basis van de CAT een digitaal product passend bij de leeftijds- en ontwikkelingsfase van het kind dan wel bij de ouders.
4. houdt bij de invulling van het digitaal product rekening met het bevorderen van gezond gedrag van het kind en de ouders (Healthy Ageing).
5. presenteert het digitaal ontwerp aan medestudenten en docent en verantwoordt hierin de keuzes in het digitale product.
6. reflecteert op de eigen competentieontwikkeling en de samenwerking binnen het project en stelt op grond hiervan nieuwe persoonlijke leerdoelen op.
Ingangseisen
Alleen toegankelijk voor hbo-v studenten
Literatuur
Toetsing
Portfolio: Portfolio assessment: 20 EC’s
Project: Professioneel product: 10 EC’s