Kies op maat

Inloggen Menu

Urban transformation - analyse

De minor wordt ingebed in een of meer van de Urban Living Labs die zijn opgezet door het lectoraat Smart Urban Redesign. Een concrete stedelijke omgeving wordt gedefinieerd en centraal gesteld als projectgebied – een buurt, een wijk, een stadscentrum, een bedrijventerrein. De studenten vormen groepen (van ca. 5-6 studenten) die zich organiseren als interdisciplinair consortium waarbij de verschillende beroepsprofielen van Built Environment (Bouwkunde, Civiele Techniek, Ruimtelijke Ontwikkeling) zijn vertegenwoordigd en bij voorkeur ook studenten van andere profielen/opleidingen. Zij krijgen de opdracht een analyse op te stellen van de gekozen wijk. Zij werken aan een gezamenlijke analyse die wordt onderbouwd met specifieke deelanalyses met een duidelijk disciplinair profiel.

De minor omvat de volgende onderdelen

1 gezamenlijke gebiedsanalyse (learning by cooperating)

De gezamenlijke gebiedsanalyse wordt gestoeld op vaardigheden die voor alle studenten relevant zijn om tot een analytische en onderzoekende houding te komen. In dit onderdeel wordt op macro/meso niveau naar het projectgebied gekeken. Een belangrijk onderdeel is de fasering; verleden, heden, toekomst van de buurt.

Dat omvat beroepsproducten zoals een morfologische analyse, observatie, kaartstudie/mapping, demografische analyse, cultuur-historische waardeanalyse, analyse routing/infra/mobiliteit, groen, gezondheid, water, bodem, lokale economie, stakeholders, beleid, etc.

2 Leren van anderen (learning from others)

Elke student kiest een referentieproject dat aansluiting heeft of relevant is voor de analyse in opmaak. Dit referentieproject is een document dat inspiratie biedt voor het eigen beroepsproduct en kan gaan over een gebouw, een infrastructuurproject, of een proces. Het project sluit aan bij het profiel van de student. De student bestudeert de opbouw, inhoud en vormgeving van het document. De student analyseert de technieken die zijn toegepast en bepaalt hoe de doelstelling van het project daarmee is gerealiseerd. Bovendien leren de studenten zo bronnen te zoeken en te verwerken: niet alleen gepubliceerde bronnen maar ook experts, gebruikers, tekenwerk, archieven, observaties van de werkelijkheid zijn mogelijke bronnen.

3 Leren door te doen (learning by doing) ontwikkelen van een individueel beroepsproduct.

Passend in de gezamenlijke gebiedsanalyse maken de studenten een beroepsproduct dat de analyse ondersteunt. Zij modelleren hun rapport bovendien naar het bestudeerde voorbeeldproduct. De studenten reproduceren zo de kennis die zij hebben ontsloten in hun projectcontext. Enkele voorbeelden van zo’n beroepsproduct:

  • Een analyse van een te herbestemmen gebouw – wat is de constructieve draagkracht en (met hoeveel bouwlagen) kan het gebouw ‘opgetopt’ worden?
  • Een analyse van verkeersdruk en knelpunten in het verkeersnetwerk;
  • Een analyse van de ondergrond en de infrastructuur in de ondergrond – waar is nog teelaarde om verder te vergroenen, hoe rationeel is het systeem van leidingen en kan dat verbeterd worden?
  • Een analyse van aanwezige partijen en hun wensen aangaande participatie in het planproces;
  • Een analyse van bouwhistorie en erfgoedwaardes in de gebouwde omgeving;
  • … etc.

Leerdoelen

Een goed plan start met een goede analyse. Deze minor biedt studenten kennis en vaardigheden binnen het eigen beroepsprofiel die ingezet kunnen worden in de initiatie- en analysefase van een stadsvernieuwingsproject. We stimuleren studenten om hun expertise en beroepsproducten te instrumentaliseren in deze voorbereidende fase. Bovendien verrijken we hun toolbox zodat ze voorbereid zijn op meer complexe stadsvernieuwingsopdrachten; we simuleren de praktijk waarin een interdisciplinaire samenwerking steeds meer standaard wordt en waar technische expertise aan de voorkant van het proces noodzakelijk wordt. Het doel is om elke student een eigen profiel te laten ontwikkelen binnen deze interdisciplinariteit.

Competentieontwikkeling binnen deze minor is gerelateerd aan de competentie-set van de Bachelor Built Environment. Binnen de context van deze minor zijn daarbij m.n. de competenties ‘onderzoeken’, ‘initiëren’, ‘communiceren’ en ‘professionaliseren’ relevant. Dit zijn ‘algemene’ competenties die ook binnen andere HBO opleidingen herkend worden. Daarnaast is er ruimte voor individuele profilering op andere (BBE) competenties. De competentie ‘realiseren’ past niet binnen de thematiek van de minor.

Ingangseisen

Doelgroepen: Built Environment en verwante vakgebieden met aandacht voor stadsontwikkeling zoals (Interieur)Architectuur, CMD, Ecologie, Social Work, FM, Bestuurskunde (BS, TBK), Wijkgerichte Zorg (HBOV), etc. 

Je hebt binnen je opleiding al enige ervaring opgedaan met analyseren op gebied-/wijkniveau. Je hebt ervaring met het werken in projectgroepen.

Rooster

Werkvorm: projectonderwijs

Onderwijscontacttijden: verspreid over de hele week overdag

Toetsing

Integrale wijkanalyse, weging 30 %, minimumcijfer 5: Beroepsproducten plus verantwoording (groepsproduct)

Discipline-eigen, individuele beroepsopdracht, weging 40 %, minimumcijfer 5: Beroepsproducten plus verantwoording (individueel)

Eindpresentatie, weging 10 %, minimumcijfer 5: Presentatie en mondelinge verdediging

Groepsproces, weging 10 %, minimumcijfer 5: Permanente evaluatie

Individueel proces, weging 10 %, minimumcijfer 5: Permanente evaluatie

Aanvullende informatie

Reiskosten: excursie, bezoek urban living labs.

Meewerkende opleidingen of instanties: Diverse partners in de Urban Living Labs van lectoraat Smart Urban Redesign (gemeenten, woningcorporaties, etc.)